Vrijwilliger van de maand: Ruud van Dun “Ik krijg er energie van”

Ruud van Dun, 70 jaar oud en getrouwd met Marie-José, is al heel lang een bekende figuur bij Attila. Hij woont in Riel, heeft altijd in het basisonderwijs gewerkt maar is sinds enkele jaren gepensioneerd. Naast zijn sportieve activiteit in de wandelgroep op dinsdagochtend, is hij vooral als vrijwilliger bij Attila te vinden. Ruud is iemand die niet stil kan zitten en altijd bezig wil zijn. Overal meehelpen zit in zijn natuur, zo lijkt het. Wat hij allemaal bij Attila doet en gedaan heeft, is indrukwekkend. En hij kan daar uitvoerig en levendig over vertellen, soms van de hak op de tak, en gelardeerd met vele anekdotes. Een spraakwaterval zogezegd

Wanneer kwam je bij Attila, en hoe kwam dat ?
Ik ben bij Attila gekomen in 1975, dus een jaar nadat Attila ontstond uit de fusie van Volt met Kunst en Kracht. Vanaf 1969, toen was ik 16 jaar, was ik via mijn oudere broer Ben al enkele jaren lid geweest van Volt, ook wedstrijden gedaan, daarna ben ik twee jaar gaan basketballen maar door een knieblessure daarmee gestopt. In het ziekenhuis heb ik toen trouwens Marie-José leren kennen doordat zij me verpleegde.

In 1975 ben ik dan bij Attila gekomen en nooit meer weggegaan. Marie-José heeft 20 jaar training gegeven aan de pupillen. Onze drie kinderen zijn ook bij Attila geweest, en nu zijn twee van onze negen kleinkinderen ook lid. Nog niet allemaal, dat is nog een verbeterpunt, haha!

Ben je actief geweest als atleet ?
Bij Volt en bij Attila deed ik vooral loopnummers op de baan, ook in de competitie. De technische nummers lagen me minder. Ik heb weleens meerkampen gedaan, maar van die prestaties lag niemand wakker. In 1986, toen Attila met een loopgroep begon, ben ik daar meteen bij gegaan. Ik heb toen veel onder trainer Simon de Knegt getraind. Tijdens de pupillentraining gingen wij als ouders een rondje Goirle lopen. Ook wel aan wedstrijden meegedaan, op de 10 km was 39.03 mijn beste tijd.

Welk vrijwilligerswerk heb je bij Attila gedaan ?
Ik heb vroeger de redactie van het clubblad gedaan. In 1990 schilderwerk aan het toen nieuwe clubhuis gedaan. Toen heb ik ook mijn horecadiploma gehaald voor Attila. Ik ben tien jaar bestuurslid geweest, en heel lang jurycontactpersoon. Ook jurylid, scheidsrechter en wedstrijdleider geweest, en lange tijd barcoordinator. Toen het niet meer allemaal te combineren was met mijn werk ben ik bij Attila wat gaan minderen.

Al vanaf 1969 ben ik vrijwilliger bij de Warandeloop, want vanaf de eerste keer dat ik daar meeliep ben ik ook gaan helpen met het opruimen naderhand. Nu doe ik al lang de catering daar. Voorheen heb ik bij de finish gestaan en ook meegefietst met de laatste loper. Ik heb bij de Warandeloop geweldig leuke en rare dingen meegemaakt, daar zou je een boek over kunnen schrijven. We hebben weleens s avonds laat een dronken vrijwilliger uit de sneeuw moeten plukken.

Wat doe je tegenwoordig bij de club, en hoeveel uren ?
Ik zit vanaf 1985 in de barcommissie. Ik sta regelmatig achter de bar, laatst bij de T-meeting 12 uren achter elkaar, dat is eigenlijk te lang. En ik doe de inkoop van alles behalve de drank. Bij de Sligro, meestal een keer in de twee weken. Soms vaker, bijvoorbeeld voor de T-meeting ben ik drie keer naar de Sligro gereden. Bij Attila en ook bij de Warandeloop ben ik de enige met een horecadiploma. Dat is eigenlijk niet goed, er zou wat dat betreft een tweede persoon met diploma moeten komen. Een jonger persoon. Dat moet sowieso als ik ooit stop. Bert Kolsteren en ik zijn ook de enigen met een diploma sociale hygiëne. Voor mij is al het werk in de barcommissie nogal tijdrovend, dat komt ook doordat bij elk evenement de bar bezet moet zijn. Maar ik doe het wel met veel plezier.

Verder zit ik ook in de klusgroep op maandagochtend (die wekelijks reparaties en onderhoud aan het clubhuis doet, MvE). Dat vind ik heel leuk werk. Je moet bezig blijven hè. De tijd die ik in totaal aan Attila besteed schat ik ergens tussen 10 en 20 uur per week. Vroeger is het wel meer geweest, dat kwam ook doordat ons hele gezin bij Attila actief was met trainingen en wedstrijden. Eigenlijk zou ik het nog verder moeten afbouwen, maar dat lukt me niet want ik zeg nooit nee als ik gebeld word.

Wat vind je er leuk aan, en wat minder leuk ?
Als ik het niet graag zou doen zou ik het niet doen, da’s heel simpel. Ik denk eigenlijk dat dit voor elke vrijwilliger geldt. Het is ook belangrijk voor je sociale contacten. Kijk, thuis zitten kan altijd nog hè. Ik vind het leuk om een vaste avond achter de bar te hebben, dan ken je de mensen en is het gezellig. Je moet er nooit met een chagrijnige kop gaan staan, je moet vriendelijkheid uitstralen.

Minder leuk is dat al het werk door te weinig mensen gedaan moet worden. En ook dat er tegenwoordig minder mensen wat blijven drinken dan vroeger. Attila is minder een familiegebeuren geworden. Bij de jaarlijkse clubkampioenschappen vroeger zaten er honderd mensen aan de barbecue.

Wat is je grote drijfveer ?
Ik ben er ingerold en ben er steeds mee doorgegaan. Hoe komt dat? Als ik actief ben voor Attila krijg ik daar energie van. Meehelpen bij een sportdag van een school waar ik zelf gewerkt heb vind ik extra leuk.

Wat vind je goed aan de club Attila, en wat niet ?
Laat ik vooropstellen: Attila is gewoon een heel sfeervolle vereniging waarbij iedereen zich betrokken voelt. En ik vind het huidige bestuur heel toegankelijk, ze zijn vaak aanwezig en heel erg bij de dagelijkse dingen betrokken, dat vind ik heel positief.
De communicatie is soms wel onvoldoende. Een voorbeeld: bij de openingswedstrijd op 1 april werd pas op het laatste moment aan het barteam gemeld dat er ’s ochtends ook een pupillenwedstrijd was. Aankomende activiteiten moeten beter en eerder bekendgemaakt worden.
Eigenlijk zou er bij Attila elk jaar een jurycursus moeten zijn, om de jurygroep op peil te houden. Want het is tegenwoordig moeilijker om voldoende vrijwilligers te mobiliseren dan vroeger. Jammer is ook dat door het tijdelijk wegvallen van de douches de voetbalscheidsrechters nu bij de tennisclub gaan douchen en ook daar aan de bar zitten in plaats van bij ons.
Maar ja, hoe doe je alles optimaal? Het bestuur bestaat ook uit vrijwilligers, dat moeten we wel beseffen.

Voel je je door de club gesteund en gewaardeerd ?
Ik ben niet een figuur die elke dag moet horen “dat heb je goed gedaan”, maar ik denk dat ik best wel gewaardeerd word. Ik doe het ook echt graag, je moet bezig blijven hè. Ik doe het ook echt graag en vrijwilligerswerk geeft enorm veel voldoening. Het is prachtig om aan wedstrijden en evenementen mee te werken. De waardering is ook tot uiting gekomen op het sportgala van 2011: ik ben toen op voordracht van Attila en de Warandeloop gekozen tot sportvrijwilliger van de gemeente Tilburg. Toch iets om trots op te zijn.

Wat zijn buiten Attila je activiteiten en liefhebberijen ?
We hebben drie kinderen en negen kleinkinderen, ja dat is een beetje uit de hand gelopen (haha) en levert nogal wat oppastaken op. Verder ga ik graag fietsen. In de winter blijf ik in beweging op mijn roei-apparaat op zolder. Omdat ik suikerziekte heb is bewegen heel belangrijk voor me. Jarenlang heb ik via de organisatie We helpen een Somalisch gezin met huiswerkbegeleiding voor de kinderen. In de zomer gaan we veel met de camper trekken, naar Portugal, naar de Noordkaap en alles daartussen. Prachtig wat je allemaal meemaakt, wilde dieren op de weg en zo, en altijd de vrijheid om te gaan en staan waar je wilt.

Aan welke vrijwilliger geef je het stokje door ?
Daar heb ik al even over nagedacht. Toen ik in 1990 het nieuwe clubgebouw schilderde hielp Janet Janssen daar ook al aan mee. Zij is onder meer trainster Nordic Walking en bij de G-atleten geweest en is nu actief in de klusgroep. Janet mag best weleens in de picture komen.

door Michel van Eijkelenburg

 
Nieuws Overzicht