Sprintgroep

De sprint is een onderdeel binnen de atletieksport en bestaat, afhankelijk van je categorie, uit:

  • 40 meter
  • 60 meter
  • 80 meter
  • 100 meter
  • 200 meter
  • 400 meter

Al deze afstanden worden ook in teamverband gelopen op de estafette. Iedere afstand wordt dan door 4 verschillende personen achter elkaar gelopen en er wordt dan een wisselstokje aan elkaar door gegeven. De truc is daarbij om de snelheid, ook tijdens het wisselen, in het stokje te houden.

Maar ook bij de iets langere looponderdelen van bijvoorbeeld de Middellange afstand groep moet je veel snelheid hebben anders win je tegenwoordig ook daar geen wedstrijd meer. Ook bij de korte en lange hordennummers is snelheid van wezenlijk belang om tot een snelle tijd te komen. Veel atleten en atletes die deze onderdelen doen, lopen dan ook eenmaal per week mee bij de sprintgroep.

Bij de technische nummers is aanloopsnelheid wezenlijk van belang om tot een goede prestatie te komen. Kijk maar naar het ver- en hinkstapspringen, de aanloop bij het polsstokhoogspringen en het gewone hoogspringen: de aanloop draagt bij aan een goede prestatie (zelfs de aanloop bij het speerwerpen is belangrijk om tot een goede afstand te komen).

Sprinten lijkt eenvoudig: gewoon hard rennen maar zo eenvoudig is het niet. Bijna iedereen kan lopen en bijna iedereen kan ook harder lopen maar niet iedereen kan sprinten. Bij het sprinten gaan kracht en techniek, je banden, je pezen en je spiersoort bepalend zijn voor de snelheid die een persoon kan halen. Banden, pezen en spiersoort zijn genetisch bepaald. Stugge banden en pezen en snelle spiervezels geven een voordeel bij sporten waarbij reactiviteit en snelheid een voorwaarde zijn, Kracht en (sprint)techniek zijn goed trainbaar dus iedereen kan daaraan werken en zich erin verbeteren. 

Aan al deze aspecten wordt tijdens de trainingen gewerkt. Bij Attila zijn er momenteel 5 trainingsmogelijkheden in het zomerseizoen  en 6 in het winterseizoen voor de specialisatie groep sprinten, te weten:

  • Maandagavond [baan]
  • Dinsdag en donderdagochtend [kracht]
  • Woensdagavond [kracht en baan]
  • Vrijdagavond [baan]
  • Zondagochtend in de winter [bostraining]

Voor geïnteresseerde junioren zijn er na het outdoor NK op de vrijdagavond try-out mogelijkheden: je kunt dan een aantal keren meetrainen om te ervaren of het wat voor je is om in een specialisatie sprintgroep te trainen. Als je een beetje getalenteerd bent en je eventueel lid wil worden van de specialisatie groep besef dan wel dat het niet vrijblijvend is en dat er van je verwacht wordt dat je minimaal de maandag, woensdag en vrijdagtraining bijwoont. De andere zijn optioneel (en in het geval dat je bijvoorbeeld horden als specialisatie hebt is het ook anders, dan kan eenmaal per week ook prima zijn).

Als je eenmaal door hebt hoe het sprinten werkt, en je hebt dan zo’n dag dat alle puzzelstukjes op de juiste plek vallen dan geeft dit jou een enorme kik, je hebt het gevoel alsof je de grond niet hebt geraakt en dat je hebt gevlogen, extreem lekker. Je ziet het ook aan de ontlading bij een atleet als dit is gelukt. Een mooi voorbeeld hebben we laatst kunnen zien tijdens het NK indoor waar Femke Bol een nieuw wereldrecord liep op de 400 meter. Voor haar was daar dat supergevoel.

Dus, iedereen die denkt dat hij of zij een sprinter zou kunnen zijn of zich wat snelheid betreft zou willen verbeteren: laat het aan je trainer weten en constateer je samen met je trainer dat die specifieke kwaliteiten aanwezig zijn maak dan eens een afspraak met de specialisatiegroep om op de vrijdagavond een paar keer mee te komen trainen.

Groeten,

Coen Huijding 

 

 

Baan Atletiek Specialisatiegroepen Overzicht